Home

Overzichten

Door het opnemen van een geprognosticeerde balans krijgt de raad meer inzicht in de ontwikkeling van onder meer investeringen, het aanwenden van reserves en voorzieningen en de financieringsbehoefte.
 

Balans

 

 Rekening

 Begroting

 Begroting

 Begroting

 Begroting

 Begroting

(in duizenden euro's)

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Vaste activa:

Immateriële vaste activa

Bijdragen aan activa in eigendom van derden

1.230

1.170

1.224

1.199

1.155

1.142

Materiële vaste activa

Investeringen met een economisch nut

45.945

54.424

54.587

51.889

48.998

45.286

Investeringen met een economisch nut

15.739

18.597

17.404

17.259

14.600

13.498

ter bestrijding een heffing

Investeringen met een maatschappelijk nut

18.687

36.313

35.207

32.128

31.752

30.929

Financiële vaste activa

Woningcorporaties

1.204

1.103

1.094

1.083

1.074

1.066

Deelnemingen

 144

  144

 144

 144

 144

 144

Overige langlopende leningen

 7.864

 8.168

 7.797

 7.785

 7.745

 7.733

Totaal vaste activa

 90.813

 119.919

117.457

111.487

 105.468

 99.798

Vlottende activa:

Voorraden

Onderhanden werk, bouwgronden in exploitatie

 3.055

 4.582

 3.921

 3.921

 3.921

 3.921

Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

Vorderingen op openbare lichamen

 13.064

 5.000

 5.000

 5.000

 5.000

 5.000

Uitzettingen in 's Rijksschatkist

 8.015

  800

 800

 800

 800

 800

Overige vorderingen

 2.520

 2.000

 2.000

 2.000

 2.000

 2.000

Liquide middelen

Kassaldi

  14

10

  10

  10

  10

  10

Banksaldi

  430

 400

  400

  400

  400

  400

Overlopende activa

Vooruitbetaalde bedragen ten laste van

180

 50

50

 50

    50

    50

volgende begrotingsjaren

Totaal vlottende activa

  27.278

   12.842

  12.181

  12.181

  12.181

  12.181

Totaal activa

118.091

132.761

129.638

123.668

117.649

111.979

Toelichting op de vaste activa
1. Immateriële vaste activa
Immateriële vaste activa zijn te onderscheiden in:

  • Kosten sluiten geldleningen
  • Kosten onderzoek en ontwikkeling
  • Bijdragen in activa van derden

De immateriële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verstrekte bijdragen (bijdragen in activa van derden) dan wel de directe kosten en rente (plankostenkredieten).
Op de bijdragen aan activa in eigendom van derden wordt lineair afgeschreven. De afschrijvingstermijn is dezelfde als die wordt gehanteerd voor soortgelijke eigen materiële activa.

2. Materiële vaste activa
Alle materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs (de inkoopprijs en de bijkomende kosten) of vervaardigingsprijs (de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige directe kosten), verminderd met de ontvangen subsidies en bijdragen die direct gerelateerd zijn aan het actief en verminderd met afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen. Deze duurzame waardeverminderingen worden onafhankelijk van het resultaat van een boekjaar in aanmerking genomen.

Materiële vaste activa zijn fysiek aanwezige activa. De materiële vaste activa zijn naar de volgende categorieën in te delen:

  • Activa met een economisch nut;
  • Activa met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven (heffings-gerelateerd economisch nut);
  • Activa in de openbare ruimte met meerjarig maatschappelijk nut.

Activa met een economisch nut
In erfpacht uitgegeven gronden.
De in erfpacht uitgegeven gronden zijn gewaardeerd tegen de eerste uitgifteprijs (i.c. de waarde die bij eerste uitgifte als basis voor de canonberekening in aanmerking is genomen). Gronden waarvan de erfpacht eeuwigdurend is afgekocht, zijn tegen registratiewaarde gewaardeerd.

Overige investeringen met economisch nut
Op de activa met een economisch nut wordt afgeschreven. Behoudens enkele uitzonderingen wordt lineair afgeschreven. De afschrijvingsduur is bepaald op de verwachte economische levensduur en is per soort activa in de Financiële Verordening vastgelegd.
Op gronden en terreinen wordt niet afgeschreven.

3. Financiële vaste activa
De financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen nominale waarde. De waardering is gebaseerd op de historische kostprijs c.q. aanschafprijs, verminderd met - voor wat de geldleningen betreft - de aflossingen op de geldleningen. Indien de marktwaarde van een financieel vast actief duurzaam lager is dan de aanschafwaarde vindt afwaardering tot de lagere marktwaarde plaats. Bij (dreigende) oninbaarheid van leningen wordt een voorziening gevormd die in mindering wordt gebracht op de boekwaarde van de lening.
Op deelnemingen en effecten wordt niet afgeschreven. De werkelijke waarde kan afwijken van de nominale waarde.

Vlottende activa

1. Voorraden
De voorraden worden gewaardeerd op basis van de verkrijgingsprijs- of vervaardigingsprijs.
Indien de marktwaarde duurzaam lager is dan de verkrijging- of vervaardigingsprijs worden de voorraden gewaardeerd tegen de marktwaarde. De waardevermindering wordt gerealiseerd door de vorming van een verliesvoorziening (grondexploitatie, die in mindering wordt gebracht op de boekwaarde van de voorraad.

De als onderhanden werken opgenomen bouwgronden in exploitatie zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs dan wel de lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten van bouw- en woonrijp maken). Rente op grondexploitaties wordt geactiveerd en is daarmee ook onderdeel van de vervaardigingsprijs.

2. Kortlopende vorderingen
De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid wordt een voorziening gevormd die in mindering wordt gebracht. Volgens de gekozen beleidslijn wordt er voor de vordering op openbare lichamen geen voorziening getroffen. Inzake het saldo “overige debiteuren” wordt op basis van de ouderdomsanalyse een percentage van de hoofdsom als voorziening berekend.

3. Liquide middelen en overlopende activa
Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.

Passiva

 Rekening

 Begroting

 Begroting

 Begroting

 Begroting

 Begroting

(in duizenden euro's)

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Vaste passiva:

Eigen vermogen

Reserves

Algemene reserve

          5.824

              5.824

         5.908

        5.908

          5.908

         5.908

Bestemmingsreserves

        39.256

           30.277

       26.312

      25.304

        22.762

      23.204

Het gerealiseerde resultaat

          8.753

                       -

                  -

                 -

                   -

                  -

Voorzieningen

          5.080

              6.097

         7.917

        9.258

        10.570

      11.882

Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer

Binnenlandse banken en overige

        49.095

           64.954

       73.901

      67.598

        62.809

      55.385

financiële instellingen

Waarborgsommen

                   9

                      9

                  -

                 -

                   -

                  -

Totaal vaste passiva

      108.017

         107.161

    114.038

    108.068

     102.049

      96.379

Vlottende passiva:

Netto-vlottende schulden, met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

Overige kasgeldleningen

                   -

           10.000

                  -

                 -

                   -

                  -

Overige schulden

          7.986

           15.000

       15.000

      15.000

        15.000

      15.000

Overlopende passiva

De van EU, Rijk en provincie ontvangen

          2.068

                 500

             500

            500

              500

            500

voorschotbedragen

Overige vooruitontvangen bedragen

                20

                 100

             100

            100

              100

            100

Totaal vlottende passiva

        10.074

           25.600

       15.600

      15.600

        15.600

      15.600

Totaal passiva

      118.091

         132.761

    129.638

    123.668

     117.649

    111.979

Toelichting op de passiva

Eigen vermogen
Reserves worden gewaardeerd tegen nominale waarde.

Voorzieningen
Volgens het BBV mag er een voorziening worden gemaakt in deze vier gevallen:

  • Er zijn verplichtingen en verliezen waarvan de hoogte op de balansdatum niet zeker is, maar die wel redelijk ingeschat kunnen worden;
  • Er zijn op de balansdatum risico’s die kunnen leiden tot verplichtingen of verliezen, waarvan de hoogte al redelijk in te schatten is;
  • Er zullen kosten worden gemaakt in een volgend begrotingsjaar. Hiervoor mag een voorziening worden gevormd als het maken van die kosten zijn oorsprong mede in het huidige of in voorafgaande begrotingsjaren vindt en de voorziening is bedoeld om de lasten gelijk te verdelen over een aantal begrotingsjaren;
  • Er worden bijdragen verstrekt aan toekomstige vervangingsinvesteringen,

Langlopende schulden
Onder vaste schulden worden verstaan de schulden met een rente typische looptijd van langer dan 1 jaar. De vaste schulden worden gewaardeerd tegen de oorspronkelijke waarde verminderd met de aflossingen.

Vlottende passiva
De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde.

Deze pagina is gebouwd op 11/09/2023 16:21:26 met de export van 11/09/2023 16:14:57